Na een vlucht van 24 uur gaan de schuifdeuren -hier aan de andere kant van de wereld- open. En daar staat onze Chinese collega Anna naar ons te zwaaien alsof ze een familielid begroet. We zijn in Xiamen!
We zetten ons schrap voor lawaai en drukte, maar de mensen hier zijn kalm, en de auto’s elektrisch! Geen benzinedampen en ronkende motoren, ik hoor een merel (of zijn Chinese broer) zingen op het dak. In deze stad van bijna 6 miljoen mensen heerst een sfeer van Parijs jaren tachtig: schone lucht, groen, een relaxte sfeer.
De volgende dag worden we opgehaald bij het hotel en zoeven in alweer een elektrische auto, waarvan ik het merk niet eens kende, naar de werf. Weer dezelfde verbazing: een moderne, goed georganiseerde werf, en veel netter dan de Europese. Toch zien we een stapeltje rommel in de hoek. Mijn Duitse collega Nils zegt voor de grap dat dit in elk geval een bekend gezicht voor ons is. Linda, die ons een rondleiding geeft, zegt dat ze het onmiddellijk laat opruimen. Nils biedt duizendmaal zijn excuses aan en probeert uit te leggen dat zijn grap eigenlijk een compliment was. Maar dat schip, om maar in de terminologie te blijven, is allang uitgevaren: Linda laat het à la minute opruimen! Toch een cultuurverschil dus! Nog iets wat opvalt: iedereen is goedgehumeurd en met veel plezier aan het werk.
Nog iets wat opvalt: iedereen is goedgehumeurd en met veel plezier aan het werk.

We zien zeven hallen waar zeker de Allures en Garcia werven twee keer in passen. Per hal dus! Series van twaalf HH44, in de volgende hal staan drie 60ers in aanbouw. Nog een hal met een handvol 52ers en 55ers. Nergens de geur van polyester: alles wordt gebouwd in epoxy infusie en carbon. Tot en met de vuilwatertank. Of het niet goedkoper is om die van PVC te maken vragen we? “Maybe, antwoord Paul Hakes, de CEO, “But we don’t build you a cheaper boat. We build you a better boat!” ’s Avonds in de bar hebben we het daar nog een keer over. “Volgens mij krijgen wij hier les in boten bouwen.” boert Nils achter zijn Chinese biertje. “En zelfs die smaakt net zo goed als de Duitse,” bromt hij.
HH bestaat al 15 jaar en blijkt voor veel Europese premium merken te hebben gebouwd. We zien oude mallen van beroemde jachtwerven, die in Europa pronken met Chinese veren (en ik mag ze hier niet noemen verdorie). Of het lastig was om exact volgens Europese specificaties te werken? “No not really, we did the engineering for them as well.” Nog voor ik het kan vragen legt Paul uit dat ze de hele boot ontwierpen en bouwden. “They just put the bloody sticker on it” klinkt het met een plat Kiwi accent. Maar hij staat wel te stralen van trots, en wat ons betreft terecht. Terwijl ons wereldbeeld langzaam kantelt stellen we nog meer domme vragen: we zien namelijk veel Europese premium merken op de boot. Terwijl ik het vraag zie ik het antwoord al aankomen: dat wordt hier dus allemaal gemaakt. Niet nagemaakt, maar ontworpen, geëngineerd en geproduceerd.
De Chinezen komen eraan, zegt men weleens. Ik denk dat ze er allang geweest zijn. Ze hebben rondgekeken en vastgesteld dat ze het zelf veel beter kunnen. Dat hebben ze vervolgens in praktijk gebracht, terwijl wij in Europa praatten over de 32 urige werkweek. Oplossingen en verbeteringen waar Nils en ik in Europa om gesmeekt hebben bij werven, en die door diezelfde werven werden afgewimpeld als “te moeilijk, geen vraag naar”, zijn hier standaard.
De Chinezen komen eraan, zegt men weleens. Ik denk dat ze er allang geweest zijn. Ze hebben rondgekeken en vastgesteld dat ze het zelf veel beter kunnen.
Natuurlijk zullen er minder fraaie plaatsen in China zijn, en ik zal in een bubbel hebben gezeten in Xiamen. Toch hoor ik van collega ondernemers dezelfde verhalen uit andere grote steden. En wat we op de werf hebben gezien staat als een paal op een strekdam boven water: hier worden zeer hoogwaardige schepen gebouwd. Europa, wees gewaarschuwd: de Chinezen komen er niet aan, ze zijn allang vertrokken.
